Grassen in het wild en in de tuinGeen plantennaam die zo veel en zo vaak ten onrechte wordt gebruikt als gras. Dat geeft duidelijk aan hoe onbekend de meeste mensen zijn met grassen. Het is een verzamelnaam, net als 'vogels'. Vraag aan een willekeurige toerist welke dieren er in het bos leven en het antwoord zal iets zijn in de trant van: ' konijnen, herten en vogels.' Van de tientallen zoogdiersoorten worden er twee bij name genoemd en de mogelijk meer dan 100 vogelsoorten worden met één naam aangeduid. Op vergelijkbare wijze zijn voor de meeste mensen 'grassen' sprietige planten met onduidelijke bloemen en andersom duiden ze alle sprietige planten met van die lange smalle bladeren aan met de naam grassen.
|
De bekendste tuinplant die tot de grassen behoort, is pampasgras (Cortaderia selloana). Dit gras groeit in reusachtige pollen die een doorsnede van drie tot vier meter kunnen halen met pluimen van 30 tot 60 cm lang die tot ruim drie metere hoogte kunnen reiken. Deze enorme afmetingen zijn in hun herkomstgebied heel gewoon, maar worden bij ons zelden bereikt; de hoogte wel, maar een pol met een doorsnede van een meter is al hier al heel bijzonder. | Pampasgras kan namelijk niet zo goed tegen vorst. Vroeger was pampasgras algemeen op de Zuid-Amerikaanse Pampas Humidas (de 'natte' pampas). De Spanjaarden hebben hier echter op grote schaal Europese produktiegrassen ingezaaid voor de veeteelt. Daardoor is pampasgras tegenwoordig zeldzaam op de pampas. Het komt nu vooral voor langs de westrand van de pampas aan de voet van het Andesgebergte en in enkele dunbevolkte streken van Paraguay. |
|
De foto's hierboven en aan weerszijden zijn genomen in de uitlopers van de Andes, circa 500 kilometer ten zuiden van Mendoza in Argentinië. Pampasgras groeit in deze streek in de vochtige valleien; de omringende heuvels zijn te droog voor dit vochtminnende gras. |